Klik met de rechtermuisknop om een pagina te verplaatsenSelecteer de 3D-opties in het dialoogvenster Pagina verplaatsen en klik op OK.
Selecteer de naam van een paginatabblad en houd deze vast.Sleep de muisknop naar rechts of links naar de positie waar u wilt navigeren en laat de muisknop los.
Pagina's opnieuw ordenen
Selecteer en houd de naam van een paginatabblad vast. Sleep het naar rechts of links naar de positie waar u naartoe wilt en laat vervolgens de muisknop los.
Klik op het werkblad waarvan u de afdrukvolgorde wilt wijzigen. naast Pagina-instelling. Klik op het tabblad Blad en klik vervolgens onder Paginavolgorde op Omlaag, vervolgens op boven of Over en vervolgens omlaag.
De gemakkelijkste methode is de toetscombinatie Ctrl+enter. Wanneer je dan het weergavesymbool hebt gebruikt zie je dat er een pagina-einde is ingevoegd. De stipjes tussen de woorden zijn de spaties (ook handig om te zien of je dubbele spaties hebt gebruikt).
Klik in de paginasorteerder met de rechtermuisknop op het paginanummer dat u wilt verplaatsen en klik vervolgens in het snelmenu op Pagina verplaatsen.
Control + Page Up/Page Down – Verplaats de cursor naar de bovenkant van de vorige/volgende pagina. Home – Verplaats de cursor naar het begin van de huidige regel. End – Verplaats de cursor naar het einde van de huidige regel. Control + Home/End – Verplaatst de cursor naar het begin/einde van het document.
Selecteer in het menu Venster de werkmap met het blad dat u wilt verplaatsen. Selecteer het blad dat u naar de andere werkmap wilt kopiëren. Selecteer in het menu Bewerkende optie Blad > Blad verplaatsen of kopiëren.
Druk op het toetsenbord op Ctrl+PgUp of Ctrl+PgDn. (Mac®: Druk op Fn+Up Arrow of Fn+Down Arrow). Klik op de knop Vorige pagina of Volgende pagina op de hoofdwerkbalk. Klik op de tool Paginasorteerder in de Documenten-toolbox, en klik vervolgens op de miniatuur van de pagina waar u mee wilt werken.
Liggend en staand in een document
Open het document. Klik in het lint op het tabblad Pagina-indeling of Indeling. Selecteer de tekst op de pagina's waarvan u de afdrukstand wilt veranderen. Klik eventueel in het venster dat opent op Marges.
Klik of tik ergens op de pagina die u wilt verwijderen en druk op Ctrl+G. Typ in het vak Paginanummer invoeren\page. Druk op Enter op het toetsenbord en selecteer sluiten. Controleer of een pagina met inhoud is geselecteerd en druk op Delete op het toetsenbord.
Klik in de groep Venster op het tabblad Beeld op Naast elkaar weergeven. in de groep Venster op het tabblad Weergave . Klik op Venster op het tabblad Beeld en klik vervolgens op Synchroon schuiven als u Synchroon schuiven niet ziet.
Klik op Bestand > Opties > Lint aanpassen.Schakel in de lijst met tabbladen onder Het lint aanpassen het selectievakje Ontwikkelaars in en klik vervolgens op OK.
U kunt het paginaformaat en de afdrukstand wijzigen en de wijzigingen bekijken in de groep Pagina-instelling op het tabblad Paginaontwerp.
Verschillende afdrukstanden gebruiken in hetzelfde document
Klik op Pagina-indeling > startpictogram dialoogvenster Pagina-instelling .Klik in het dialoogvenster Pagina-instelling onder Afdrukstand op Staand of Liggend. Klik in het vak toepassen op en klik op geselecteerde tekst.
Gebruik het navigatiedeelvenster om naar een pagina of kop in een Word-document te gaan zonder dat u hoeft te schuiven. Als u het navigatiedeelvenster wilt openen, drukt u op Ctrl+F of selecteert u het tabblad Beeld en kiest u Navigatiedeelvenster.
Open een van de twee versies van het document dat u wilt samenvoegen. Selecteer in het menu Controleren de optie Documenten combineren. Selecteer in de lijst Oorspronkelijk document één versie van het document. Blader in de lijst Gereviseerd document naar de andere versie van het document en selecteer OK.
Plaats uw cursor aan het begin van de pagina die u wilt verplaatsen, houd de shift-toets ingedrukt en druk op page down. Druk op "Control" + " X" om het tekstblok te knippen en verplaats uw cursor naar de nieuwe plaatsing en druk op "Control" + "V" om de pagina naar de nieuwe locatie te verplaatsen.
Houd Ctrl ingedrukt terwijl u op een pijltoets drukt om in kleine stappen te navigeren. Houd Shift ingedrukt terwijl u deze sleept om het object alleen horizontaal of verticaal te verplaatsen.
Een nieuwe pagina kan ook worden ingevoegd door de sneltoets CTRL + Enter te gebruiken, dan wordt een pagina-einde aangemaakt op de positie waar je deze combinatie uitvoert.
Klik op de muisknop. [Het invoegpunt wordt aan het begin van de alinea geplaatst]. Druk zo vaak op de pijl-omlaag als nodig is om naar het begin van de tweede alinea te gaan (beginnend met Syon House). [Het invoegpunt wordt naar de nieuwe locatie verplaatst].
A tot Z lijst met sneltoetsen voor Excel A - Alles selecteren (Ctrl + A) B - Vet (Ctrl + B) C - Kopiëren (Ctrl + C) D - Omlaag doorvoeren (Ctrl + D) E - Centreren (Ctrl + E) F - Zoeken (Ctrl + F) G - Ga naar (Ctrl + G) H - Vervangen (Ctrl + H) I - Cursief (Ctrl + I) J - Uitvullen (Ctrl + J) K - Hyperlink invoegen (Ctrl + K) L - Tekst links uitlijnen (Ctrl + L) M - ...
Tik op de spatiebalk en houd uw vinger erop. Wacht tot de letters van het toetsenbord verdwijnen. Beweeg uw vinger omhoog, omlaag of opzij om de cursor te verplaatsen. Haal uw vinger van de spatiebalk als de cursor op de goede plek staat.