De 5-jaarsoverleving voor blaaskanker is 57%.Na 10 jaar is nog 46% van de mensen met blaaskanker in leven. De cijfers verschillen per vorm blaaskanker: mensen met oppervlakkige blaaskanker hebben meestal meer kans op genezing dan mensen met een spierinvasieve blaaskanker.
Van alle mensen met een oppervlakkige blaaskanker leeft meer dan 90 procent na 5 jaar nog. Bij spier-invasieve blaaskanker ligt dat aantal op 37 procent. De overlevingskansen zijn onder meer afhankelijk van hoe ver de kanker zich al heeft ontwikkeld op het moment van de diagnose.
Uitwendige bestraling kan: pijn door de blaaskanker verminderen. pijn van uitzaaiingen verminderen. Blaaskanker zaait meestal uit naar de lymfeklieren, longen, lever en botten.
Indien er sprake is van blaaskanker dan zijn er kwaadaardige tumoren gevonden. Bij 95% van de tumoren in de blaas is sprake van kwaadaardige gezwellen. Slechts 5% is goedaardig. In Nederland krijgen jaarlijks zo'n 6800 mensen de diagnose blaaskanker (cijfers 2018).
Agressieve blaaskanker is een ernstige ziekte waarvoor een ingrijpende behandeling nodig is. Als blaaskanker de spierwand van de blaas ingroeit is een totale operatieve blaasverwijdering of bestraling van de blaas nodig. Daarnaast is er een grotere kans op uitzaaiingen via lymfbanen of bloed.
Patiënten met oppervlakkig blaaskanker zijn goed te genezen. Hun leven wordt niet door de ziekte bedreigd, maar de ziekte kan wel gemakkelijk terugkomen. Controles worden daarom volgens een vast schema voor langere tijd uitgevoerd.
Een niet-spierinvasieve, maar agressieve tumor, kan na verloop van tijd doorgroeien in de blaasspier. Bij 50 tot 70% van de patiënten met een niet-spierinvasief blaascarcinoom komt de tumor terug na behandeling. De kans op terugkeer is het grootst in de hoog-risicogroep.
Een type dunne, stijve cystoscoop, een resectoscoop genaamd, wordt via uw urethra in uw blaas gebracht. De resectoscoop heeft een kleine telescoop waar de arts doorheen kan kijken en een draadlus aan het uiteinde die wordt gebruikt om afwijkend weefsel of tumoren te verwijderen. Het verwijderde weefsel wordt naar een laboratorium gestuurd voor onderzoek.
Klachten bij blaaskanker
Bloed plassen. Vaak moeten plassen. Pijn of branderig gevoel bij het plassen. Pijn in de onderbuik.
Wanneer blijkt uit onderzoeken dat er een tumor in de blaas zit, plannen wij een operatie voor u. Een blaastumor moet altijd verwijderd worden, omdat deze groter kan worden, bloedingen kan veroorzaken en agressiever kan worden. Hier leest u meer over behandelingen bij blaaskanker.
Meestal is blaaskanker 'oppervlakkig'. Dat betekent dat de tumor in het slijmvlies van de blaas zit, maar niet is doorgegroeid in de spierwand van de blaas. We noemen dit niet-spierinvasieve blaaskanker. Als een blaastumor wél is doorgegroeid in de spierwand van de blaas noemen we dit spierinvasieve blaaskanker.
Jaarlijks overlijden zo'n 1.300 mensen aan blaaskanker in Nederland. Bij ongeveer 5% van alle patiënten met blaaskanker zijn er uitzaaiingen bij diagnose. Als we alleen kijken naar patiënten met een invasieve vorm van blaaskanker, dan is dat ongeveer 1 op de 10.
Als de urineblaas is verwijderd, moet uw urine het lichaam op een andere manier verlaten. Dit kan door een urinestoma te maken van een stukje dunne darm. De stoma kan geen urine bewaren, waardoor de urine er vanzelf uitloopt en in een zakje wordt opgevangen.
Patiënten met oppervlakkige blaastumoren hebben een grote kans op genezing. Meer dan 90% van de patiënten leeft nog 5 jaar na diagnose. Patiënten met spierinvasieve tumoren hebben een slechtere 5-jaarsoverleving. Meer dan de helft van deze patiënten is 5 jaar na de diagnose overleden aan blaaskanker.
Tijdens de operatie plaatsen we dunne slangetjes in de urineleiders. Deze 'splints' voeren tijdelijk urine af. De blaasverwijdering en het maken van een nieuwe urine-afvoer duren samen 4-6 uur. Hoe lang de operatie precies duurt hangt af van uw situatie en het soort operatie.
Klachten en symptomen blaaskanker
Niet-spierinvasieve blaastumoren veroorzaken geen pijn in de blaasstreek, en leiden zelden tot urinewegklachten. Als wel klachten worden ervaren, dan betreft het vaak: Bloed in de urine (voor zowel mannen als vrouwen de meest voorkomende klacht) Irritatie tijdens het plassen.
Tumoren van de blaas kunnen goedaardig zijn, maar zijn meestal kwaadaardig.
Bloed in de urine kan wijzen op blaaskanker. Om erachter te komen of iemand daadwerkelijk blaaskanker heeft, moeten artsen een kijkonderzoek met cystoscoop doen. Slechts een klein deel van de mensen met bloed in de urine blijkt uiteindelijk blaaskanker te hebben.
Roken en meeroken vormen het grootste risico op kanker.
Het duurt 6 weken vanaf de datum van de operatie om volledig te herstellen van uw operatie. Dit kan worden verdeeld in twee delen: de eerste 2 weken en de laatste 4 weken. Tijdens de eerste 2 weken vanaf de datum van uw operatie is het belangrijk om "een persoon van ontspanning" te zijn.
Uw chirurg maakt een nieuwe opening, een stoma, op uw buik (abdomen) waar de urine doorheen kan . Deze manier van urine opvangen stelt u in staat om te controleren (continent te zijn) wanneer de urine eruit komt. U hoeft geen zak te dragen om urine op te vangen. U brengt een dun slangetje (katheter) in het stoma om urine te laten passeren.
Blaaskanker kan uitzaaien. Bij 6 van de 100 mensen met blaaskanker zijn er uitzaaiingen als de kanker ontdekt wordt. Er kunnen ook uitzaaiingen ontstaan na de behandeling. Bij niet-spierinvasieve blaaskanker is de kans op uitzaaiingen heel klein.
Bloed of pijn bij het plassen zijn vaak de eerste klachten van blaaskanker. Blaaskanker groeit meestal langzaam. In het begin hebben de meeste mensen weinig of geen klachten. Blaaskanker wordt daarom vaak toevallig ontdekt.
Stadia bij blaaskanker
T1: de tumor is nog oppervlakkig, maar groeit al wel in de bindweefsellaag onder het slijmvlies (nog niet in de spierlaag). T2: de tumor groeit ook door in de spierlaag. T3: de tumor groeit ook door in het omliggende vetweefsel.
Chemotherapie bij spierinvasieve en /of uitgezaaide blaaskanker. De meest gebruikelijke behandeling is een combinatie van twee middelen; cisplatine en gemcitabine (cis/gem), kuren die eens per 3 weken per infuus worden gegeven.