Wij adviseren om de lavendel tweemaal per jaar te snoeien. De eerste keer na de bloei, waarbij je alleen de uitgebloeide bloemtakken wegsnoeit. De tweede keer na de winter (begin maart), waarbij de 1-jarige scheuten van vorig jaar tot bijna op het oude hout teruggesnoeid mogen worden.
Snoei met een heggenschaar (of een snoeischaar als het hout al wat dikker is) de plant ongeveer een derde deel terug, tot ongeveer tien tot vijftien centimeter boven de grond. Blijf altijd boven de nieuwe, groene scheuten. Dus ook hier snoei je niet tot in het kale deel.
Knip altijd net boven een gezonde zijtak, sterke knop of een paar knoppen. Verwijder de eerste jaren de takken die elkaar in de weg zitten of die de vorm van de plant verstoren. Knippen is ook de manier om uitgebloeide bloemen te verwijderen en zo de bloei van plant te bevorderen.
In de meeste tuinen gaat lavendel er na een paar jaar als een wat houterige struik uitzien. Om te voorkomen dat de plant houterig wordt, compact blijft en om er dus jarenlang plezier aan te beleven, is het belangrijk om lavendel regelmatig en op de juiste manier te snoeien.
Vanaf begin maart is de beste periode om ze te snoeien. Let wel goed op dat het niet gaat vriezen en dat u de nieuwe scheutjes niet beschadigt. Want deze kunnen weer uitgroeien tot mooie grote planten. Laat in het najaar het blad van uw planten zitten, dat beschermt de plant tegen slechte weersomstandigheden.
Doorgaans is dit in april en je mag nog niet snoeien als er nog kans is op vorst. Check dus altijd de actuele weersverwachting. Bijsnoeien (wegknippen uitgebloeide bloemen en het mooi maken van de vorm van de plant) doe je in augustus of september.
Wat moet ik snoeien in de herfst? Er zijn nog best veel planten, struiken en bomen die begin herfst of zelfs nog in de winter een snoeibeurt nodig hebben. Enkele voorbeelden hiervan zijn rozenstruiken, lavendelstruiken, leilinde, druivenstruiken, fruitbomen en bomen zoals de walnootboom, esdoorn, berk en kastanjeboom.
Een zonnig balkon of een dakterras zijn ideale locaties voor lavendel. Vermijd voor de grond voedselrijke potgrond en gebruik doorlaatbare kruiden- of cactusgrond. Deze substraten zijn goed doorlatend en voorkomen wateroverlast, waar lavendel niet tegen kan. Zorg voor een goede drainage op de bodem van de pot.
Lavendels zijn geen langlevende planten . Als ze goed gesnoeid worden, kunnen winterharde soorten ongeveer 15 jaar leven (in sommige gevallen zelfs 20 jaar).
Lavendel kun je pas als 'dood verklaren' wanneer hij echt helemaal bruin is geworden én niet meer uitloopt in het voorjaar.
Snoeien maakt veel bomen en struiken sterker, mooier en productiever. Toch kun je beter niet snoeien dan verkeerd snoeien! Leer van de meest gemaakte snoeifouten, zodat jij ze niet maakt.
In september gaan veel planten langzamer groeien: een ideaal moment om je planten te snoeien. Wanneer je precies welke planten kunt snoeien is soms lastig. Bij bloeiende plant kun je bijvoorbeeld letten op de bloeitijd. Ook heb je verschillende snoei opties: bijwerken, in vorm brengen en verjonging.
Snoei ALTIJD terug tot of net boven een groeipunt (tak of knop) of tot de grondlijn . Laat NOOIT een stam of takstomp staan. Top NOOIT een boom om de groei te "verjongen". Dit ruïneert de natuurlijke vorm van de plant en vergroot de vatbaarheid voor ziekten, insectenplagen en stormschade aanzienlijk.
Als je je lavendel op de verkeerde manier snoeit, heb je kans dat je lavendel kaal wordt of zelf doodgaat. Je hebt dan te diep geknipt. Knip niet in het hout, als je al het groen eraf knipt dan zal de lavendel daar niet meer uitlopen.
Lavendel jaarlijks snoeien is om verschillende redenen noodzakelijk. De struik heeft namelijk de neiging om met de jaren meer en meer te verhouten. Dit zorgt ervoor dat er op die plaatsen geen nieuwe scheuten groeien en dat de plant nauwelijks bloemen of bladeren heeft.
Antwoord: Oudere lavendelplanten kun je in het voorjaar eventueel een keer extra bijknippen. Zodra je na de eerste snoei nieuwe scheuten ziet verschijnen, snoei je een gedeelte (ca. 1/3e) van de nieuwe toppen. Na twee weken doe je dat opnieuw.
Lavendel drogen: een heerlijke geur in huis!
Lavendel is meestal niet in één keer helemaal uitgebloeid. Je kan wachten tot alle bloemen helemaal zijn uitgebloeid of je kan gewoon snoeien als deze deels is uitgebloeid.
Bloemen en bloeiseizoen: Een van de meest opvallende kenmerken zijn de dichte, donkerpaarse, dennenappelvormige bloemen die al in mei bloeien (in gebieden met milde zomers en winters), met een volgende bloei in juni, gevolgd door een nieuwe kleurrijke bloei in de late zomer of herfst .
De meest geurige lavendelplanten zijn de Lavandin (Lavandula x intermedia) . Verschillende cultivars van Engelse lavendel (Lavandula angustifolia) worden ook gewaardeerd om hun heerlijke geur. Lavandula x intermedia, ook wel Lavandin genoemd, is een hybride kruising tussen Lavandula angustifolia en Lavandula latifolia.
Lavendel mag je (bijna) nooit water geven. Zelfs in droge periodes in de zomer vindt de plant zelf nog zijn water. Enkel bij nieuwe aanplantingen moet je water geven in droge lentes en zomers. Lavendel zal zelden afsterven vanwege te weinig water, echter wel bij teveel water.
Vermijd het combineren van lavendel met soorten planten die schaduw, vocht of rijke, zure grond nodig hebben . Schaduwminnende planten: Betz raadt aan om schaduwminnende planten, zoals hosta, varen, astilbe, gebroken hartje en heuchera, niet op dezelfde plek te zetten als uw lavendelplanten.
behalve dan door het onkruid, je kunt het beste eind mei bemesten. Die koemestkorrels moet je echter vooral beschouwen als bodemverbeteraars. Nu gestrooid geven ze het bodemleven rustig de kans om ze om te zetten tot voeding voor de planten. Kwaad kan het dus zeker niet!
Wat kun je wel snoeien in de winter? In principe kun je alle andere bomen wel snoeien in de winter. De knotwilg, eikenboom, populier en els kunnen worden gesnoeid van november tot in februari. Leibomen en fruitbomen met pitvruchten (zoals appel en perenbomen) snoei je van november t/m maart.
Een paar belangrijke soorten die beter niet gesnoeid worden in de herfst zijn de bolcatalpa of trompetboom, bolacacia, vlinderstruiken en hortensia's. De twijgen van deze bomen hebben een holle structuur die door vorst makkelijk aangetast wordt.