In Nederland, België en Frankrijk heeft het verdrag directe werking: de desbetreffende rechterlijke macht moet alle wetgeving en bestuur direct aan het EVRM toetsen (Art. 94 Grondwet, NL; Art. 34 Grondwet en het Smeerkaasarrest, BE; Art.
Met betrekking tot enkele van de in deze handreiking genoemde bepalingen heeft de rechter bepaald dat zij rechtstreekse werking hebben: artikel 6, vierde lid, ESH en artikel 8 WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging. De artikelen van het EVRM die in deze handreiking genoemd worden hebben alle rechtstreekse werking.
De doorwerking van het EVRM in de rechtsverhouding tussen private (rechts)personen wordt ook wel de 'horizontale werking' genoemd. 8 Het is met name het fenomeen van horizontale werking dat maakt dat het EVRM ook de open normen in het ondernemingsrecht kan inkleuren.
Met een richtlijn kunnen op zich geen verplichtingen worden opgelegd aan particulieren. De verplichtingen uit een richtlijn zijn slechts verbindend ten aanzien van elke lidstaat waarvoor zij bestemd is. Richtlijnen hebben daarom alleen verticale rechtstreekse werking (verhouding particulier-lidstaat).
Antwoord. Ja, een rechter mag een wet in formele zin buiten toepassing laten als deze in strijd is met een bepaling uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dit is gebaseerd op het principe van de "directe werking" van internationale verdragen, waaronder het EVRM, in het Nederlandse rechtssysteem.
Het EVRM heeft directe werking in Nederland. Dit betekent dat de bepalingen van het EVRM direct kunnen worden ingeroepen voor de Nederlandse rechter. De rechter moet nationale wetgeving toetsen aan het EVRM en kan nationale wetgeving buiten toepassing laten als deze in strijd is met het EVRM.
Een wet in formele zin is een regeling die tot stand gebracht wordt door regering en Staten-Generaal tezamen via de grondwettelijke wetgevingsprocedure. Onder een wet in materiele zin verstaat men iedere algemene, burgers bindende rechtsregel, op overtreding waarvan straf is gesteld.
2.2 Wat is rechtstreekse werking? Als richtlijnbepalingen rechtstreeks werken, wil dat zeggen dat ze particulieren rechten geven waarop zij zich kunnen beroepen bij een nationale rechter. De rechter én de decentrale overheid zijn verplicht die bepalingen zelfstandig toe te passen.
De Richtlijn (Directive) is de enige rechtshandeling die niet-rechtstreeks bindend is. Personen en instellingen kunnen in principe geen rechten aan een Richtlijn ontlenen. Een Richtlijn bindt de lidstaten om de nationale wetgeving aan te passen en legt de lidstaten een resultaatverplichting op.
Bepalingen, verordeningen en besluiten van EU-verdragen kunnen zowel verticale als horizontale directe werking hebben. Richtlijnen kunnen over het algemeen alleen verticale directe werking hebben . Om een richtlijn directe werking te geven, is er een extra vereiste dat de termijn voor implementatie door lidstaten is verstreken.
Hoewel privacy verreweg het duidelijkste geval van horizontale werking is, is dit niet het enige gebied van het privaatrecht dat zich onder invloed van het EVRM heeft ontwikkeld .
De uitspraak van het Hof is bindend voor de betrokken staat. Die gebondenheid kan soms leiden tot de noodzaak algemene maatregelen te treffen, bijvoorbeeld een wetswijziging. Het Comité van Ministers van de Raad van Europa controleert of de betrokken staat de uitspraak ook inderdaad naleeft.
Ja, iedere burger heeft de mogelijkheid zich tot het Hof van Justitie of het Gerecht te wenden, en wel op twee manieren: indirect of direct.
Alle rechten in het EVRM kunnen door individuen bij nationale rechtbanken worden afgedwongen via de Human Rights Act uit 1998. De rechten in het Handvest van de EU, die als 'beginselen' worden gedefinieerd, waaronder veel economische en sociale rechten, kunnen niet rechtstreeks door individuen bij nationale rechtbanken worden afgedwongen .
Uit die opsomming blijkt dat de Grondwet en de organieke wet het Grondwettelijk Hof geen bevoegdheid toekennen om wetgeving te toetsen aan het Europees recht.
Bij de horizontale indirecte werking gaat het zoals eerder gezegd om de doorwerking via de open normen van het nationale privaatrecht. Dit is een bekend fenomeen in de rechtspraak die is gebaseerd op het EVRM. Voor de rechtspraak gebaseerd op het EG-recht is dit evenwel minder vanzelfsprekend.
Een richtlijn heeft daarom geen horizontale rechtstreekse werking. Het verbindende karakter van een richtlijn bestaat slechts ten aanzien van elke lidstaat waarvoor zij bestemd is.
Een richtlijn bevat een resultaatverplichting en is verbindend voor de lidstaten. Zij dienen hun nationale wetgeving zodanig aan te passen dat het doel van een richtlijn kan worden gerealiseerd. Richtlijnen zijn gericht tot de lidstaten.Dit in tegenstelling tot verordeningen, die zijn gericht tot eenieder.
Richtlijnen. Een "richtlijn" is een wetgevingshandeling die een doel vastlegt dat EU-landen moeten bereiken.
Directe werking van het EU-recht
Het is een mechanisme waarmee individuen rechten kunnen afdwingen bij de rechtbanken van lidstaten, op basis van het EU-recht. Het is een rechtsmiddel tegen niet-naleving van het EU-recht . In de zaak Van Gend en Loos was de bepaling van het EU-recht waar het om ging een artikel uit een EU-Verdrag, dat wil zeggen het primaire recht.
De term 'directe werking' verwijst naar het principe dat bepaalde aspecten van EU-wetgeving (zoals verdragen of verordeningen) direct van toepassing kunnen zijn op de lidstaten, zonder dat er nationale wetgeving nodig is om deze te implementeren.
Verordeningen zijn wetgevingshandelingen die vanaf hun inwerkingtreding automatisch en op dezelfde manier gelden in alle EU-landen. Ze zijn in hun geheel bindend in alle EU-landen.
Omdat de Gemeentewet is aangenomen door de Tweede en Eerste Kamer en is ondertekend door de Koning, is het een wet in formele zin.
Het materieel recht regelt alle inhoudelijke rechten en plichten van (rechts)personen. Het formele recht (ook wel: procesrecht) daarentegen regelt de wijze waarop materieel recht te gelde kan worden gemaakt.
Ja, de Nederlandse rechter kan een bepaling uit een wet in formele zin onverbindend verklaren als deze in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dit is gebaseerd op de artikelen 93 en 94 van de Grondwet.