De of het repetitor? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord repetitor? Is het de repetitor of het repetitor? Het juiste lidwoord dat je voor het woord repetitor moet gebruiken is:
De repetitor
Aanwijzend voornaamwoord repetitor
Dit of deze repetitor: deze repetitor
Dat of die repetitor: die repetitor

Bezittelijk voornaamwoord repetitor
Onze of ons repetitor: onze repetitor
Jouw of jou: jouw repetitor

Elke of elk repetitor?
Elke repetitor
Gerelateerd aan repetitor