Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord personage? Is het de personage of het personage? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord personage kunt gebruiken zijn:
De personageHet personage
Aanwijzend voornaamwoord personage
Dit of deze personage:
dit personage / deze personage
Dat of die personage:
dat personage / die personage
Bezittelijk voornaamwoord personage
Onze of ons personage:
onze personage / ons personage
Jouw of jou: jouw personage
Elke of elk personage? Elke personage / elk personage