De of het parkeerverbod? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord parkeerverbod? Is het de parkeerverbod of het parkeerverbod? Het juiste lidwoord dat je voor het woord parkeerverbod moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord parkeerverbod
Dit of deze parkeerverbod:
dit parkeerverbod
Dat of die parkeerverbod:
dat parkeerverbod
Bezittelijk voornaamwoord parkeerverbod
Onze of ons parkeerverbod:
ons parkeerverbod
Jouw of jou:
jouw parkeerverbod
Elke of elk parkeerverbod?Elk parkeerverbod
Gerelateerd aan parkeerverbod