De of het geloofsleer? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord geloofsleer? Is het de geloofsleer of het geloofsleer? Het juiste lidwoord dat je voor het woord geloofsleer moet gebruiken is:
De geloofsleer
Aanwijzend voornaamwoord geloofsleer
Dit of deze geloofsleer: deze geloofsleer
Dat of die geloofsleer: die geloofsleer

Bezittelijk voornaamwoord geloofsleer
Onze of ons geloofsleer: onze geloofsleer
Jouw of jou: jouw geloofsleer

Elke of elk geloofsleer?
Elke geloofsleer
Gerelateerd aan geloofsleer