De of het geloofservaring? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord geloofservaring? Is het de geloofservaring of het geloofservaring? Het juiste lidwoord dat je voor het woord geloofservaring moet gebruiken is:
De geloofservaring
Aanwijzend voornaamwoord geloofservaring
Dit of deze geloofservaring: deze geloofservaring
Dat of die geloofservaring: die geloofservaring

Bezittelijk voornaamwoord geloofservaring
Onze of ons geloofservaring: onze geloofservaring
Jouw of jou: jouw geloofservaring

Elke of elk geloofservaring?
Elke geloofservaring
Gerelateerd aan geloofservaring