De of het gelijkwaardigheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord gelijkwaardigheid? Is het de gelijkwaardigheid of het gelijkwaardigheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord gelijkwaardigheid moet gebruiken is:
De gelijkwaardigheid
Aanwijzend voornaamwoord gelijkwaardigheid
Dit of deze gelijkwaardigheid: deze gelijkwaardigheid
Dat of die gelijkwaardigheid: die gelijkwaardigheid

Bezittelijk voornaamwoord gelijkwaardigheid
Onze of ons gelijkwaardigheid: onze gelijkwaardigheid
Jouw of jou: jouw gelijkwaardigheid

Elke of elk gelijkwaardigheid?
Elke gelijkwaardigheid
Gerelateerd aan gelijkwaardigheid