De of het geestverschijning? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord geestverschijning? Is het de geestverschijning of het geestverschijning? Het juiste lidwoord dat je voor het woord geestverschijning moet gebruiken is:
De geestverschijning
Aanwijzend voornaamwoord geestverschijning
Dit of deze geestverschijning: deze geestverschijning
Dat of die geestverschijning: die geestverschijning

Bezittelijk voornaamwoord geestverschijning
Onze of ons geestverschijning: onze geestverschijning
Jouw of jou: jouw geestverschijning

Elke of elk geestverschijning?
Elke geestverschijning
Gerelateerd aan geestverschijning