De of het geestesoog? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord geestesoog? Is het de geestesoog of het geestesoog? Het juiste lidwoord dat je voor het woord geestesoog moet gebruiken is:
Het geestesoog
Aanwijzend voornaamwoord geestesoog
Dit of deze geestesoog: dit geestesoog
Dat of die geestesoog: dat geestesoog

Bezittelijk voornaamwoord geestesoog
Onze of ons geestesoog: ons geestesoog
Jouw of jou: jouw geestesoog

Elke of elk geestesoog?
Elk geestesoog
Gerelateerd aan geestesoog