De of het franchising? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord franchising? Is het de franchising of het franchising? Het juiste lidwoord dat je voor het woord franchising moet gebruiken is:
De franchising
Aanwijzend voornaamwoord franchising
Dit of deze franchising: deze franchising
Dat of die franchising: die franchising

Bezittelijk voornaamwoord franchising
Onze of ons franchising: onze franchising
Jouw of jou: jouw franchising

Elke of elk franchising?
Elke franchising
Gerelateerd aan franchising