De of het catering? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord catering? Is het de catering of het catering? Het juiste lidwoord dat je voor het woord catering moet gebruiken is:
De catering
Aanwijzend voornaamwoord catering
Dit of deze catering: deze catering
Dat of die catering: die catering

Bezittelijk voornaamwoord catering
Onze of ons catering: onze catering
Jouw of jou: jouw catering

Elke of elk catering?
Elke catering
Gerelateerd aan catering